De nederlaag van de Duitse troepen is nakend. Tegen alle verwachtingen in en helemaal onverwacht, gooit Hitler op 16 december 1944 al zijn troepen in een tegenoffensief genaamd: "Operatie Wacht am Rhein", beter bekend onder de naam Slag om de Ardennen.
Op 17 december, bij het krieken van de dag, rijden de tanks van de 1ste Panzer SS van de Kampfgruppe van Obersturmbannführer Peiper, onze streek binnen. Dit offensief heeft tot doel de bruggen over de Maas te veroveren en zo de haven van Antwerpen via Luik te bereiken.
Op dezelfde dag komt het 285ste Amerikaanse veld artillerie bataljon, waarvan een deel van de mannen onder het commando staan van luitenant Lary, te Malmedy aan. Verwittigd van de aanwezigheid van Duitse pantserwagens te Büllingen, beslist hij toch de weg die hem opgelegd was, voort te zetten. De eenheid neemt dus de N 23 in de richting van het kruispunt van Baugnez om zich te voegen bij de 7de gepantserde divisie die zich te Sankt-Vith bevindt.
Ze komen op hetzelfde ogenblik aan op het kruispunt van Baugnez met een voorhoede van de Kampfgruppe Peiper.
Een hevige confrontatie volgt, voertuigen worden vernietigd en andere worden naar de kant van de weg geduwd om doorgang mogelijk te maken. Lary begrijpt dat de situatie van zijn troep uitzichtloos is en hij beslist zich over te geven.
Volgt dan het triestig, berucht bloedbad van Baugnez / Malmedy, waarbij 84 Amerikaanse gevangenen het leven laten. De reden hiervoor is nog steeds onzeker.
Deze oorlogsmisdaad, die past in een reeks misdaden gepleegd door dezelfde eenheid op dezelfde dag en tijdens de volgende dagen, werd het voorwerp van een vonnis geveld door het International Militair Tribunaal van Dachau naar aanleiding van een proces in 1946.